dinsdag 3 juli 2007

Wat is blauwe steen?

Blauwe hardsteen of arduin is een kalksteen met een min of meer uitgesproken blauwgrijze kleur die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van zeer veel resten crinoïden. Crinoïden zijn kleine skeletjes van zeelelies. Zeelelies zijn diertjes die op de bodem van ondiepe zeeën leven. Bij het afsterven bleef hun kalkskelet op de bodem achter en samen met de calcietafzetting die het geheel aan elkaar smeedde, vormde zich in de loop van honderden jaren de blauwe hardsteenlaag. De steen is dus een aaneenkitting van crinoïden door microkristallijn calciet. De kleur wordt bepaald door zeer fijn verspreid koolstof.
Blauwe hardsteen bevat +/- 96% calciet (CaCO3), het dominerende mineraal in de meeste kalkstenen. Het gesteente bevat een hoog aandeel aan versteende fauna. Deze zijn soms aan het oppervlak zichtbaar.
Als de fossielen gevuld zijn en volledig met de massa van de steen verbonden vormen zij geen gevaar. Meestal verhogen zij door hun uitzicht de waarde van het materiaal. De meest voorkomende fossielen naast de zeelelies zijn:
schelpen van brachiopoden of ‘schelpdieren’.
Kolonies van poliepen of ‘bijennesten’.
Kolonies van syringopora.
Sponsen van Asteractinella-soort of ‘Wolfpoot’.
Naast deze elementen bevat de steen vaak secundaire mineralen zoals dolomiet, kwarts, pyriet, marcasiet en fluoriet. Het gehalte aan dolomiet kan variëren van 1 tot 10%. Kwarts is eerder verspreid in microscopisch kleine kristallen en in een mate van minder dan 2%. De ijzersulfiden, pyriet en marcasiet, gele mineralen met een metaalachtige glans die harder zijn dan calciet, kunnen voorkomen als massieve nagels of als aders in breuken. Deze nagels worden ook doornen, kogels, kwartskogels en mierennesten genoemd. Fluoriet komt hoofdzakeljk voor in witte aders en vlekken.